De AOW is al jaren een heet hangijzer. Het is bekend dat de AOW in de huidige vorm onbetaalbaar wordt, maar de meeste politici willen niet degene zijn die er wat aan doet. Inmiddels is de eerste stap gezet op weg naar een meer houdbare situatie. De AOW-leeftijd gaat langzaam omhoog. De vraag is echter of de huidige plannen wel ver genoeg gaan. Er zijn wel degelijk mogelijkheden om onze oude dag op een alternatieve wijze te financieren. De overgang zal echter wel geleidelijk moeten gaan.
Invoering van de AOW
AOW in het kort
In 1957 is in Nederland de Algemene Ouderdomswet (AOW) ingevoerd. Deze wet zorgde ervoor dat iedereen die 65 jaar of ouder was, voorzien was van een inkomen. In die tijd waren er nog niet zoveel mensen die die leeftijd haalden. Bij de start van de AOW waren er 750.000 mensen die recht hadden op deze uitkering.
Financiering
Omdat er bij invoering van de wet nog geen geld was gespaard om de uitkeringen te kunnen betalen, werd besloten om de werkenden ervoor te laten betalen. Omdat er in die tijd tegenover elke oudere een groot aantal werkenden stond, was dit prima te doen. De mensen die tijdens hun werkzame leven de AOW voor de ouderen betaalden, zouden later zelf AOW gaan ontvangen. Daarmee leek dit zogenaamde omslagstelsel een praktisch en eerlijk systeem.
Betaalbaarheid
Bij de invoering van de AOW leek het een mooi systeem. Zij die werkten en het konden missen, betaalden de premie. De mensen die hun leven lang hard gewerkt hadden, kregen een uitkering om de laatste jaren van hun leven onbezorgd door te kunnen brengen. Na verloop van tijd is echter gebleken dat de AOW onbetaalbaar gaat worden.
Levensverwachting
Een eerste probleem voor de betaalbaarheid van de AOW is de toegenomen levensverwachting. De levensverwachting is het aantal jaren dat iemand van een bepaalde leeftijd naar verwachting nog blijft leven. In 1957 was dit voor mannen van 65 14,54 jaar en voor even oude vrouwen 15,72 jaar. Gemiddeld werden mensen die de AOW-leeftijd haalden, dus niet ouder dan ongeveer 80 jaar.
In 2013 is de levensverwachting opgelopen tot 18,44 voor 65-jarige mannen en 21,39 voor even oude vrouwen. Mannen leven dus gemiddeld bijna vier jaar langer en vrouwen zelfs ruim 5,5 jaar langer. Al deze extra tijd ontvangen ze AOW. Als mensen langer leven, betekent dat ook dat er steeds meer ouderen komen, waarvoor dezelfde groep werkenden de premie moet ophoesten.
Ontwikkeling van de bevolking
Het gebruikte financieringsstelsel werkt goed als de bevolking stabiel is. Als het aandeel werkenden en het aandeel AOW’ers in de totale bevolking constant is, blijft het mogelijk de premie op te brengen. Ondertussen is echter gebleken dat de Nederlandse bevolking verre van stabiel is. In 1957 bestond de werkzame beroepsbevolking uit bijna 4,1 miljoen mensen. Voor elke AOW’er waren er 18 werkenden die AOW-premie konden betalen. In 2013 zijn dat er nog maar vier. Naar verwachting zullen er in 2040 zelfs nog maar twee werkenden tegenover elke AOW’er staan.
De baby’s die geboren zijn tijdens de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog beginnen vanaf 2010 de AOW-gerechtigde leeftijd te bereiken. Dit zorgt ervoor dat in vrij korte tijd opeens veel meer AOW’ers bijkomen. Deze mensen waren dus al geboren toen de AOW werd ingevoerd. Er is toen echter niet voldoende bij stilgestaan dat het geboortecijfer later weer omlaag zou kunnen gaan zodat dit een probleem zou kunnen gaan opleveren.
Huidige ontwikkelingen
Het moge duidelijk zijn dat de AOW in zijn huidige vorm niet lang meer te handhaven is. De overheid is al begonnen de leeftijd waarop mensen recht krijgen op AOW, te verhogen. Volgens de huidige regeling stijgt de AOW-leeftijd jaarlijks met drie maanden en later met vier maanden. Op die manier wordt in 2021 de AOW-leeftijd van 67 jaar bereikt. Daarna wordt de AOW-leeftijd afhankelijk van de levensverwachting.
Deze regeling zorgt dat de AOW weer terugkomt bij het oorspronkelijke uitgangspunt. Het idee was het oudste deel van de bevolking te voorzien van een uitkering tot aan hun dood. Nu mensen steeds ouder worden en steeds langer gezond blijven, is het redelijk ook de leeftijd waarop men recht krijgt op deze ouderdomsuitkering, verder te verhogen. Als hier direct bij de invoering van de wet in was voorzien, had het waarschijnlijk veel minder protesten opgeleverd.
Bij het verhogen van de AOW-leeftijd is het ook de bedoeling dat mensen langer doorwerken. Hier doet zich echter ook een probleem voor: veel mensen willen helemaal niet langer werken. Bovendien is het voor oudere werknemers moeilijk aan een baan te komen, als ze eenmaal werkloos geworden zijn. Het verhogen van de AOW-leeftijd vergroot de werkgelegenheid niet. Het effect dat door het langer doorwerken er meer mensen zijn die AOW-premie betalen, zal in de praktijk dus tegenvallen.
Alternatief voor de AOW
Verzekeren
De meeste mensen kunnen en willen niet tot hun dood doorwerken. Er zal dus iets geregeld moeten worden om van een zorgeloze oude dag te kunnen genieten. Dit hoeft echter niet in de vorm van de huidige AOW. Om de ouderdomsuitkering betaalbaar te houden, zou het beter zijn als iedereen voor zichzelf spaart. Daarbij kan dan wel een systeem ingevoerd worden waarbij het risico om langer dan gemiddeld te leven, en dus meer geld nodig te hebben, gedeeld wordt. De mensen die korter blijken te leven hebben dan achteraf te veel premie betaald, waarvan de extra uitkeringen betaald kunnen worden van degenen die langer leven. Dit is het principe van verzekeren.
Om op deze manier te zorgen dat iedereen een uitkering krijgt na zijn 65e (of eventueel een andere leeftijd naar keuze), zal wel iedereen mee moeten doen. Sommige mensen zullen dat uit zichzelf doen. Anderen moeten een handje geholpen worden door bijvoorbeeld zo’n verzekering verplicht te stellen. Daarbij moet de premie dan automatisch ingehouden worden op het inkomen en gestort worden bij een verzekeraar naar keuze van de consument. Als onderdeel van de inkomstenbelasting betaalt iedereen AOW-premie. Dit deel van de belasting kan dan gebruikt worden om in de eigen spaarpot te storten. Ook mensen met een uitkering kunnen op deze manier sparen voor hun oude dag, want ook zij betalen AOW-premie over hun uitkering.
Er zal altijd een groep zijn die buiten de boot valt omdat ze helemaal geen inkomen hebben en zo niet kunnen sparen voor hun pensioen. Deze groep zou dan een bijstandsuitkering moeten krijgen. Het moet echter wel duidelijk zijn dat ze echt niet hebben kunnen sparen. Mensen die moedwillig de regeling hebben ontdoken, zullen daar zelf de gevolgen van moeten dragen.
Voordelen
Afschaffen van de AOW en overgaan op een verzekeringssysteem heeft een aantal voordelen:
- Iedereen betaalt voor zichzelf dus voor iedereen wordt betaald. Dit blijft gelden als de beroepsbevolking krimpt en als het aantal ouderen toeneemt.
- Door te kiezen voor een systeem in de vorm van een verzekering worden onverwacht langdurige uitkeringen betaalbaar. Een deel van de bevolking zal jong overlijden. Hun deel van de premie wordt gebruikt voor de uitkeringen van de mensen die langer leven. Omdat meestal niet bekend is hoe oud iemand zal worden, is deze vorm van solidariteit voor veel mensen acceptabel.
- Mensen kunnen zelf kiezen waar ze hun geld onderbrengen en hoeveel risico ze daarbij willen lopen. Hoe groter het risico, hoe groter in het algemeen de uitkering kan zijn. Het is overigens wel verstandig een grens op het te nemen risico te zetten, zodat men niet te veel met zijn pensioen gaat gokken.
Overgang
Zolang mensen moeten betalen voor de AOW van anderen, zullen ze niet ook nog eens voor hun eigen AOW willen betalen. De overgang zal dus heel geleidelijk moeten gebeuren. Daarbij kan gedacht worden aan het steeds verder verhogen van de AOW-leeftijd, terwijl gelijktijdig mensen gaan sparen voor een aanvulling om toch eerder met pensioen te kunnen. Daarnaast kan de hoogte van de AOW voor mensen die voldoende aanvullend pensioen hebben opgebouwd, langzaam afgebouwd worden. Op die manier kan de premie omlaag waardoor de werkenden ruimte overhouden om voor zichzelf te gaan sparen.
Alle artikelen in deze categorie:
- De AOW: een alternatieve oplossing
- Het aanvullend pensioen: een zaak voor de werkgever?
- Het Algemeen Pensioenfonds (APF)
- Het Chileense pensioenstelsel: een voorbeeld voor Nederland?
- Het minimumloon: een alternatieve oplossing
- No claim garantie bij minder verzekeraars
- Stichting Jarige Job: arm maar toch een verjaardag
- Waarom de hypotheekrenteaftrek afgeschaft moet worden
- Waarom nivelleren geen feest is